Huis - 1500 - 1599 0000.0011

 

Literatuur

 

- Meischke, R. & H.J. Zantkuyl (tekeningen), Het Nederlandse Woonhuis van 1300 - 1800. Vijftig jaar Vereniging 'Hendrick de Keyser. Haarlem (Willink), 1969. [546 blz. ISBN -].

- Jager, Alexander, Aed Liewerd. De constructie en ruimtelijke ontwikkeling van het woonhuis in Leeuwarden tot circa 1650. Z.pl.(zonder vermelding uitgever), 1999. [223 blz. ISBN 90.9012659.7].

- Don, Peter, Kunstreisboek Zeeland. Deel in de serie 'Kunstreisboek voor Nederland'. Houten (P.N. van Kampen & Zoon), 1985cop. [184 blz. ISBN 90.609.1248.9]. Hierin "Het woonhuis in de 16de en 17de eeuw": blz. 34-35

- Haans, F.A.C. & C.J.B.P. Frank, De ondergrondse stad. Een tocht door de Arnhemse kelders. Deel in de serie 'Arnhemse Monumentenreeks', nr 13. Utrecht (Matrijs), 2003cop. [64 blz. ISBN 90.5345.238.9]. Hierin o.a. "Arnhemse kelders uit de vijftiende en zestiende eeuw": blz. 40-45

- Löbbecke, Frank, "Wohnen und Repräsentieren in der ersten Hälfte des 16. Jahrhunderts: Die Häuser zweier Freiburger Ratsherren" In: Spätmittelalter am Oberrhein. Alltag, Handwerk und Handel. 1350‑1525 (Grosse Landesaus‑stellung Baden‑Württemberg), Stuttgart, 2001, blz. 341‑344.

- Weve, Wim, Huizen in Delft in de 16de en 17de eeuw. Zwolle (Wbooks), 2013 [264 blz. ISBN 978.90.663.0338.6]

- Kipp, A.F.E., De immuniteit van St. Marie. De evolutie van een stadsbeeld (Doctoraalscriptie hoofdvak 'geschiedenis van de bouwkunst'). Utrecht, typoscript, (oorspronkelijk) mei 1974. [175 blz.(typoscript-versie 1980, Werkgroep Herstel Leefbaarheid). ISBN -]. Hierin onder meer: blz. 61-62 (Hoofdstuk "16e eeuw". Uit de inventarislijsten kunnen de namen van de vertrekken in de claustrale huizen afgeleid worden:
"Behalve de zaal (waarin soms een hangkamer) worden genoemd: voor-, middel- en aftercamers, opcamers en neercamers, en vaak als toevoegsels vertreck-camerkens. Voorts keuken, eedtzaalken, studoor, slaapkamer (overigens vindt men in vele kamers koetsen en slaepkisten vermeld), en zelfs bathstove. In bijzondere gevallen vindt men ook wel eens een overwulffde camer of een sterrencamer in den toorn, en bij uitzondering een capelle.
Zolders en kelders hebben vaak allerlei specifieke functies (bijvoorbeeld coorn-, cleer-, duyve-, resp. wijn-, keuke-).
Buitenshuis vindt men dan nog bijgebouwen als somerhuys, somerkueckengen, washuysken, bak-, brau- en turffhuys, hoender- en conijne- cauwen, stallen en schuren.
De meeste huizen hebben een plaetse, die voor, achter of ingebouwd kan liggen. In het algemeen hebben de huizen een voorhoff en een afterhoff, waar men moestuin en bleyckvelt vinden kan, maar ook testeblommen.").